Als de overheid zich tegen je keert

Door de moderne technologie weet de overheid alles van je. Toch is een vaak gehoord argument bij discussies over privacy: ‘Ik heb toch niets te verbergen?’ Wat als je ineens wél iets te verbergen hebt?

Bijna zeventig jaar geleden werd Nederland bevrijd van de laatste bezetter die het land overnam. Sinds de Tweede Wereldoorlog is de argwaan jegens de overheid verminderd, terwijl er tegelijkertijd steeds meer informatie over burgers wordt opgeslagen. Wat je op internet uitspookt, waar camera’s op straat je registreren, wanneer je pint of reist met de auto of trein: vrijwel alles is na te trekken. Vaak wordt dit niet als probleem gezien, omdat mensen ‘toch niets te verbergen hebben’ en het probleem niet zichtbaar is.

“Als de overheid gegevens nodig heeft om terroristen te pakken dan zeggen mensen ‘doe maar’. Justitie en politie vertrouw ik wel,” zegt Jacob Kohnstamm, voorzitter van het College bescherming persoonsgegevens, “maar ‘ik heb toch niets te verbergen’ staat deels ook voor machteloosheid. Wat moet ik er als burger tegen doen, tegen de overheid en bedrijven?”

Volgens Alex Brenninkmeijer, oud-ombudsman en lid van de Europese Rekenkamer, veronderstellen we dat de overheid er voor ons is – de verzorgingsstaat. “Maar in sommige situaties kan dat omslaan, bijvoorbeeld bij identiteitsfraude. Dan is de overheid ineens tegen je.” Een vergelijking tussen de Tweede Wereldoorlog en de huidige situatie – een overheid die alles over haar burgers weet – maakt zichtbaar wat er gebeurt als je als burger ineens wel iets te verbergen hebt.

“Onze alarmsystemen functioneren niet meer.”

Onderzoeksjournalist Brenno de Winter vindt dat burgers ongeruster moeten zijn. “Hoezo ‘we hebben niets te verbergen’? We weten helemaal niet of wat we vandaag doen morgen strafbaar is. Normen verschuiven en definities veranderen.” Privacy is een “asbestprobleem” meent hij. “Pas over tientallen jaren worden de gevolgen zichtbaar. We geven nu allerlei data vrij, waarvan we niet weten of dat in de toekomst tegen ons wordt gebruikt.” Een vergelijking met de Tweede Wereldoorlog vindt hij legitiem. Misschien dringen de risico’s dan wél tot mensen door.

Hij meent dat we vooral bang zijn voor terreur, maar niet voor wat de overheid kan met de gegevens die ze massaal over burgers opslaat. “We zijn elkaar te lief gaan vinden in Nederland. Onze alarmsystemen functioneren niet meer. Over vijftig jaar zal er met verbazing teruggekeken worden op deze periode. Hoe hebben wij de gevaren niet gezien?”

Bovendien staat de situatie nu in Nederland helemaal niet zo ver af van een repressieve staat, aldus Brenninkmeijer. De regering en het parlement zitten volgens hem zo dicht bij elkaar dat de controlerende en afremmende functie van het parlement tenietgedaan wordt. “Het is misschien een vergaande uitspraak, maar zo ver weg is die politiestaat niet.” Dus wat als een overheid of bezetter zich tegen je keert?

Onderzoeksproject

De gehele longread is hier te vinden. ‘Als de overheid zich tegen je keert: bezetting en verzet in een digitaal tijdperk’, was een onderzoeksproject voor de opleiding Journalistiek en Media aan de Universiteit van Amsterdam. Multimediale productie van Andrea Wagemans, Carlijn Schepers en Astrid Cornelisse.